Informatie uien, ajuin, onion en oignon

De woorden ui en ajuin zijn eigenlijk dezelfde. De Latijnse naam van de ui is Allium cepa. Deze benaming verwijst specifiek naar de plant- en zaaiui. Het woord ui komt van Ajuin, een zusterwoord van het Engelse onion en het Franse oignon. Dit klonk in Noord-Nederland als “ui-jèn” en in het Nederlands zijn woorden die eindigen op –en meestal meervoud, en zo werd ui-jen voor meervoud gebruikt en ui voor enkelvoud. In Zuid-Nederland en Vlaanderen wordt de naam ajuin of juin ook wel gebruikt, in Noord-Nederland wordt siepel gebruikt.

Typisch voor de ui is de scherpe smaak en geur. Deze zijn afkomstig van vluchtige oliën en komen pas vrij als je de bol doorsnijdt. Het zijn net deze vluchtige oliën die van de ui een erg gezond ingrediënt maken. In de oudheid werd al aangenomen dat de ui de fysieke kracht bevorderde en ziekten hielp voorkomen.

De ui werd voor het eerst rond 3000 v. Chr. in delen van Azië (Iran – Afghanistan) verbouwd. Tevens kwam de ui ook al voor in China en het oude India en vanuit India is de ui naar Griekenland en Egypte gebracht. De Romeinen introduceerden de ui in Europa en werd als groente snel populair.

(Bron: http://www.groenteenfruit.nl)

Ui gezond en vol vitaminen

In Nederland worden behoorlijk veel uien geteeld, op ongeveer 2% van het Nederlandse landbouwgrond worden uien geteeld. Van deze uien teelt vindt zo’n 40% plaats in Flevo-polders (Flevoland), waar Molnopex is gesitueerd.

Tevens zijn Friesland, Noord-Holland en Zeeland belangrijke teeltgebieden in Nederland. In totaal telen de Nederlandse boeren jaarlijks ongeveer 20.000 hectare zaai-uien, de opbrengst per hectare is ongeveer 55 ton. Wat een totaal van ongeveer 1.1 miljoen ton oplevert (een ton is 1000 kg).
Dit is natuurlijk afhankelijk van de gezaaide hoeveelheid en de groei omstandigheden. Nederland exporteert veel van de geteelde uien, ongeveer 90% wordt geëxporteerd over de hele wereld. Er zijn verschillende manieren van uien telen: zaaiuien, picklers, eerstejaars plantuien, tweedejaars plantuien en zilveruien. De gewone ui (de zaaiui) wordt gezaaid van maart tot mei en geoogst in juli en september.

Uien zijn rijp en kunnen geoogst worden zodra het loof begint af te sterven, als het loof van de uien strijkt. Het loof wordt geklapt, machinaal wordt het loof eraf geslagen, en de uien gerooid. De uien blijven een paar dagen op het land liggen om te drogen, daarna kunnen de uien naar binnen gereden worden.

Inpakken van de uien

De uienteelt

In Nederland worden behoorlijk veel uien geteeld, op ongeveer 2% van het Nederlandse landbouwgrond worden uien geteeld. Van deze uien teelt vindt zo’n 40% plaats in Flevo-polders (Flevoland), waar Molnopex is gesitueerd.

Tevens zijn Friesland, Noord-Holland en Zeeland belangrijke teeltgebieden in Nederland. In totaal telen de Nederlandse boeren jaarlijks ongeveer 20.000 hectare zaai-uien, de opbrengst per hectare is ongeveer 55 ton. Wat een totaal van ongeveer 1.1 miljoen ton oplevert (een ton is 1000 kg). Dit is natuurlijk afhankelijk van de gezaaide hoeveelheid en de groei omstandigheden. Nederland exporteert veel van de geteelde uien, ongeveer 90% wordt geëxporteerd over de hele wereld. Er zijn verschillende manieren van uien telen: zaaiuien, picklers, eerstejaars plantuien, tweedejaars plantuien en zilveruien. De gewone ui (de zaaiui) wordt gezaaid van maart tot mei en geoogst in juli en september.

Uien zijn rijp en kunnen geoogst worden zodra het loof begint af te sterven, als het loof van de uien strijkt. Het loof wordt geklapt, machinaal wordt het loof eraf geslagen, en de uien gerooid. De uien blijven een paar dagen op het land liggen om te drogen, daarna kunnen de uien naar binnen gereden worden.

Ui en Kwaliteit

Voor kwalitatief goede uien is het van belang dat de uien zo spoedig mogelijk na de oogst snel en goed worden gedroogd. Na het drogen dienen de uien te worden teruggekoeld naar lagere temperaturen.

Na het drogen worden de uien gesorteerd op maat en het loof er afgehaald. De uien worden door middel van een zeef gesorteerd op maat en tegelijkertijd worden de uien op kwaliteit gecontroleerd. Daarna worden de uien verpakt, maar niet voor er nog een controle op de kwaliteit plaats vindt. Wat betreft de verpakkingen is veel mogelijk, van klein verpakking voor de supermarkt tot jumbozakken toe.

Het is hierbij van groot belang om bij elke bewerking de kwaliteit van het product te behouden. De kwaliteit van uien wordt voornamelijk bepaald door de kenmerken kleur, huidvastheid, hardheid en gaafheid. Het hele proces vindt bij Molnopex plaats en dit alles met moderne, productvriendelijke machines zodat er zo min mogelijke schade aan de uien kan ontstaan.

Zelf doen

Voor eigen gebruik kunnen uien op bijna alle grondsoorten geteeld worden. Het kan zijn dat je eerst nog wat kalk moet toevoegen, veelal bij zandgrond of zure grond. Het is wel belangrijk dat de ondergrond goed bemest is. Organische mest of kunstmest werkt het best, want bij stalmest kan de uienvlieg aantrekken. De organische mest moet je voor het groeiseizoen onderspitten en kunstmest kun je gebruiken tijdens de teelt zelf. Maar pas ook op dat je niet te veel mest geeft, dit kan weer gevolgen voor de kwaliteit hebben. Het is raadzaam om aan vruchtwisseling te doen, net als de boeren. Plant of zaai maximaal eens in de 6 jaar op hetzelfde stukje grond uien, dit voorkomt uitputting van de grond en vermindert de kans op ziektes en plagen.

Zaaiuien telen

Zaaiuien zijn beter te bewaren en kunnen later geoogst worden vergeleken met plantuien, maar hebben ook meer tijd nodig om te groeien. 

Wat moet je doen; Zodra het weer het toe laat kun je het uienzaad zaaien, tussen eind februari en begin april. Hoe later je zaait, hoe beter het zaad opkomt.  Zaai het uienzaad in rijen, en houdt 25 centimeter tussen de rijen aan. Laat 5 tot 7 centimeter ruimte tussen elk zaadje, zodat de ui later voldoende ruimte heeft om te groeien. Zaai het uienzaad op een maximum van 2 centimeter diep. Houd de grond gedurende de volgende maanden onkruidvrij. De uien kunnen ongeveer in augustus en september geoogst worden als het loof is gaan liggen. Laat de uien drogen op het zaaibed, dit kan thuis ook op een donkere droge plek. Het best werkt als ze gedroogd worden met een temperatuur van 20 graden Celsius en wind (als het vochtig is anders bij de CV ketel met een ventilator). 

Zaaiuien bewaren; Uien zijn het best te drogen als het loof goed afgestorven is. Zorg voor een koele vorstvrije ruimte en je kan de uien bewaren tot maart of april. Controleer de uien regelmatig, het mag niet vochtig aanvoelen. Ook met beschadigingen oppassen want een beschadiging kan rot veroorzaken en 1 rotte ui besmet al snel een andere. 

Hoe bewaar ik uien thuis; Uien moeten hard zijn en een droge buitenste schil hebben, zorg er daarnaast voor de stelen niet lang zijn een centimeter of 3 is goed. Bewaar uien op een koele (12-15C), donkere en droge plaats buiten de koelkast. Zo zijn uien enkele weken tot 2 maanden te bewaren, hoe koeler hoe langer de uien te bewaren zijn.

Planuiten telen

Als je ervoor kiest om plantuien te gebruiken dan moet je weten dat de teelt uit 2 delen bestaat: de eerstejaars uien en de tweedejaars uien. Het 1ste jaar kweek je de ajuinen op: je zaait ze en laat ze groeien tot het tijdstip van planten aangebroken is, het 2de jaar plant je ze.

Wat moet je doen?

Zaai de eerstejaars plantuien tussen eind maart en begin april in geultjes van een paar centimeter diep en plant de plantuien 1 à 1,5 centimeter van elkaar af. Laat tussen de geulen ongeveer 20 centimeter vrij. Als de uien beginnen te groeien, hoef je ze niet uit te dunnen. Rond de 2de helft van de maand juni kunnen de bolletjes met een gemiddelde doorsnede van 10 à 20 millimeter geoogst worden. Trek de hele uitjes daarbij uit de grond. Laat de uitjes goed drogen opdat het loof van de uitjes afsterft, droog bij een temperatuur van 20 graden Celsius. Als het loof is afgestorven, snij je het loof vlak boven het ui bolletje af, anders gaat het rotten. Sla de bolletjes tussen augustus en maart op. Zorg voor de juiste bewaartemperatuur, die is afhankelijk van het ras. Het jaar erop, in maart, plant je de tweedejaars plantuien. Plant de plantuien weer in rijen met tussen de rijen een afstand van 30 centimeter, tussen de uitjes laat je 10 centimeter vrij. Druk de bolletjes aan in de losgemaakte grond en bedek ze met een fijn laagje aarde. Houd de grond rond de uien onkruidvrij. Afhankelijk van hoe de uien gegroeid zijn kun je rond half Augustus oogsten. Als het loof afgestorven is en is gaan liggen (strijken). Eventueel kan je een arme ondergrond bijmesten met kunstmest. 

Plantuien bewaren; Plantuien kan je lang bewaren, enkele maanden is geen probleem. Voorwaarde is dat de plantuien koel en donker opgeborgen/opgeslagen worden. Het afgestorven loof en de bruine vliezen rond de ui hoeven niet verwijdert te worden, deze beschermen de geoogste ui.

Voor inspirerende recepten, klik op de onderstaande link voor lekkere recepten.